-
1 zich van het peloton losmaken
zich van het peloton losmaken -
2 losmaken
1 [maken dat iets, iemand los wordt] détacher3 [ter beschikking weten te krijgen] mobiliser4 [(emoties, enz.) oproepen] susciter (des émotions, etc.)♦voorbeelden:de haakjes losmaken • désagraferde hond losmaken • détacher le chieniemand de tong losmaken • délier la langue de qn.zijn vlechten losmaken • dénatter ses cheveuxzich van een gedachte losmaken • se défaire d'une penséezich losmaken van • s'arracher àzich van het peloton losmaken • se détacher du peloton -
3 lâcher le peloton
lâcher le peloton -
4 lâcher
lâcher1 [laasĵee]〈m.〉————————lâcher2 [laasĵee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 losser maken ⇒ vieren, ontspannen2 loslaten3 verlaten ⇒ opgeven, in de steek laten4 laten gaan ⇒ laten vallen, oplaten♦voorbeelden:lâcher une sottise • zich iets doms laten ontvallenv1) bezwijken2) afgaan [geweer]3) losser maken, vieren4) loslaten -
5 abhängen
abhängenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 laten schieten ⇒ laten vallen, ontslaan4 de telefoon ophangen, opleggen5 〈informeel; ook sport en spel〉overtreffen, voorbijstreven♦voorbeelden:das Feld abhängen • zich losmaken van het peloton -
6 das Feld abhängen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский